(10) Ook hierin vind ik dat de Atheners geen juiste afweging maken, dat ze partij kiezen voor de slechte elementen in steden die door burgeroorlog worden geteisterd. Ze doen dit met opzet. Hadden ze gekozen voor de besten dan zouden ze lieden gekozen hebben die niet dezelfde opvattingen hebben als zij zelf. In geen enkele stadstaat is het beste het volk goedgezind, nee juist het slechtste element uit elke stad is het volk goedgezind. Men is nu eenmaal zijn gelijke goedgezind. Daarom kiezen de Atheners dus voor wat het dichtst bij hen staat. (11) Als ze eens een keer proberen te kiezen voor de besten dan was dat niet in hun voordeel, nee, binnen korte tijd werd het volk in Boeotië tot slaaf gemaakt. En net zo, toen ze in Milete kozen voor de besten, zijn die na korte tijd in opstand tegen hen gekomen en hebben een slachtpartij aangericht onder het volk. En net zo, toen ze kozen voor de Spartanen en niet voor de Messeniërs, hebben de Spartanen binnen korte tijd de Messeniërs onderworpen en begonnen ze een oorlog tegen Athene. (12) Je zou nu kunnen opwerpen dat toch maar mooi niemand ten onrechte uit zijn burgerrechten is gezet in Athene. Ik zeg dan dat er wel een aantal mensen is wie de burgerrechten ten onrechte zijn ontnomen. Maar het zijn er maar een paar. Maar aan die enkelen heb je niets als je de democratie in Athene in gevaar wilt brengen. En dan is het ook nog zo dat het niet de mensen zijn die terecht uit hun burgerrechten zijn gezet, die iets beramen, maar diegenen die dat ten onrechte is overkomen. (13) Hoe kan je nou denken dat de meerderheid zijn burgerrechten zou verliezen in Athene, waar het volk de ambten bekleedt? Op grond van het niet rechtvaardig uitoefenen van een ambt of het niet zeggen dat men juist moet handelen en dat soort dingen wordt Atheense burgers hun burgerrecht ontnomen. Als je dat in je achterhoofd houdt dan kun je niet denken dat er enig gevaar uitgaat van degenen die hun burgerrecht hebben verloren in Athene.

Δοκοῦσι δὲ Ἀθηναῖοι καὶ τοῦτό μοι οὐκ ὀρθῶς βουλεύεσθαι, ὅτι τοὺς χείρους αἱροῦνται ἐν ταῖς πόλεσι ταῖς στασιαζούσαις. οἳ δὲ τοῦτο γνώμῃ ποιοῦσιν. εἰ μὲν γὰρ ᾑροῦντο τοὺς βελτίους, ᾑροῦντ' ἂν οὐχὶ τοὺς ταὐτὰ γιγνώσκοντας σφίσιν αὐτοῖς· ἐν οὐδεμιᾷ γὰρ πόλει τὸ βέλτιστον εὔνουν ἐστὶ τῷ δήμῳ, ἀλλὰ τὸ κάκιστον ἐν ἑκάστῃ ἐστὶ πόλει εὔνουν τῷ δήμῳ· οἱ γὰρ ὁμοῖοι τοῖς ὁμοίοις ενοί εἰσι· διὰ ταῦτα οὖν Ἀθηναῖοι τὰ σφίσιν αὐτοῖς προσήκοντα αἱροῦνται. [11] ὁποσάκις δ' ἐπεχείρησαν αἱρεῖσθαι τοὺς βελτίστους, οὐ συνήνεγκεν αὐτοῖς, ἀλλ' ἐντὸς ὀλίγου χρόνου ὁ δῆμος ἐδούλευσεν ὁ ἐν Βοιωτοῖς· τοῦτο δὲ ὅτε Μιλησίων εἵλοντο τοὺς βελτίστους, ἐντὸς ὀλίγου χρόνου ἀποστάντες τὸν δῆμον κατέκοψαν· τοῦτο δὲ ὅτε εἵλοντο Λακεδαιμονίους ἀντὶ Μεσσηνίων, ἐντὸς ὀλίγου χρόνου Λακεδαιμόνιοι καταστρεψάμενοι Μεσσηνίους ἐπολέμουν Ἀθηναίοις. [12] Ὑπολάβοι δέ τις ἂν ὡς οὐδεὶς ἄρα ἀδίκως ἠτίμωται Ἀθήνησιν. ἐγὼ δέ φημί τινας εἶναι οἳ ἀδίκως ἠτίμωνται, ὀλίγοι μέντοι τινές. ἀλλ' οὐκ ὀλίγων δεῖ τῶν ἐπιθησομένων τῇ δημοκρατίᾳ τῇ Ἀθήνησιν. ἔπειτα καὶ οὕτως ἔχει, οὐδὲν ἐνθυμεῖσθαι ἀνθρώπους οἵτινες δικαίως ἠτίμωνται, ἀλλ' εἴ τινες ἀδίκως. [13] πῶς ἂν οὖν ἀδίκως οἴοιτό τις ἂν τοὺς πολλοὺς ἠτιμῶσθαι Ἀθήνησιν, ὅπου ὁ δῆμός ἐστιν ὁ ἄρχων τὰς ἀρχάς; ἐκ δὲ τοῦ μὴ δικαίως ἄρχειν μηδὲ λέγειν τὰ δίκαια πράττειν, ἐκ τοιούτων ἄτιμοί εἰσιν Ἀθήνησι. ταῦτα χρὴ λογιζόμενον μὴ νομίζειν εἶναί τι δεινὸν ἀπὸ τῶν ἀτίμων Ἀθήνησιν.