Paramythia-II
44.2χαλεπὸν μὲν οὖν οἶδα πείθειν ὄν, ὧν καὶ πολλάκις ἕξετε ὑπομνήματα ἐν ἄλλων εὐτυχίαις, αἷς ποτὲ καὶ αὐτοὶ ἠγάλλεσθε· καὶ λύπη οὐχ ὧν ἄν τις μὴ πειρασάμενος ἀγαθῶν στερίσκηται, ἀλλ' οὗ ἂν ἐθὰς γενόμενος ἀφαιρεθῇ.
Vertaling
Ik besef dat het moeilijk is u hiervan te overtuigen, omdat u nog vaak aan hen herinnerd zult worden, telkens als u het geluk van anderen ziet, een geluk dat ooit ook uzelf met trots vervulde. En verdriet heeft men niet om het goede waarvan men zonder het ooit gekend te hebben wordt beroofd, maar om wat wordt afgepakt als men eraan gewend is geraakt.
τὸ ὑπόμνημα |
herinnering |
- χαλεπὸν οἶδα ὄν: AcP na οἶδα, werkwoord van geestelijke waarneming (vgl. 44.1a)
- πείθειν: vul aan ὑμᾶς
- ὧν καὶ πολλάκις ἕξετε ὑπομνήματα: letterlijk 'aan wie u nog vaak herinneringen zult hebben'; los verbonden met het voorafgaande; in de vertaling wordt een oorzakelijk verband tot uitdrukking gebracht: omdat u nog vaak aan hen herinnerd zult worden
- λύπη οὐχ ὧν ἄν ἀγαθῶν στερίσκηται, ἀλλ' οὗ ἂν ἀφαιρεθῇ: lees λύπη (ἐστίν) οὐκ ἀγαθῶν, ὧν ἄν στερίσκηται, ἀλλ' (ἀγαθοῦ), οὗ ἂν ἀφαιρεθῇ
ik besef dat het moeilijk is u hiervan te overtuigen
Pericles probeerde de ouders ervan te doordringen dat ze van geluk mochten spreken, evenals hun gevallenen. Dat geluk zou in een maatschappelijk eervol einde op het slagveld zitten. Nu gaat Pericles in op de pijn van rouwende nabestaanden bij onbezorgd geluk van anderen.