Paramythia-I

43.5

οὐ γὰρ οἱ κακοπραγοῦντες δικαιότερον ἀφειδοῖεν ἂν τοῦ βίου, οἷς ἐλπὶς οὐκ ἔστιν ἀγαθοῦ, ἀλλ' οἷς ἡ ἐναντία μεταβολὴ ἐν τῷ ζῆν ἔτι κινδυνεύεται καὶ ἐν οἷς μάλιστα μεγάλα τὰ διαφέροντα, ἤν τι πταίσωσιν.

Vertaling

Want van mensen die het slecht hebben, voor wie er geen hoop is op verbetering, zou het niet billijk zijn te verwachten dat ze hun leven op het spel zetten, maar wél van mensen voor wie er in hun leven nog verslechtering wacht, en het een enorm verschil zal betekenen áls ze eenmaal onderuit gaan.

κακοπραγέω
ἀφειδέω (+ gen.)
ἡ μεταβολή
πταίω

er slecht aan toe zijn
niet sparen, met gulle hand uitdelen
omslag, verandering
struikelen, ten val komen

  • οὐ δικαιότερον, ἀλλ(ά): 'niet billijker, maar wél' > niet billijk, maar wél
  • οὐ δικαιότερον: zinsadverbium (het bijwoord heeft betrekking op de hele zin); hier vertaald als 'het zou niet billijk zijn te verwachten dat...'
  • ἔτι: te betrekken bij ἐν τῷ ζῆν ('in het verdere leven') of bij κινδυνεύεται ('nog een risico vormt' > misschien nog te wachten staat)
  • μάλιστα μεγάλα (= μέγιστα) τὰ διαφέροντα: vul aan ἔσται
  • ἤν (= εἰ ἄν) τι πταίσωσιν: coniunctivus futuralis; τι (hier niet vertaald) is een accusativus van betrekking ('qua iets' > 'eens, ergens')

een enorm verschil
Zoals in de directe democratie politieke betrokkenheid van iedere Atheense burger de norm was,  zo - oordeelt Pericles hier – kon er van elke burger militaire dienst verwacht worden. Oorlogvoering hoorde nu eenmaal niet alleen neer te komen op de schouders van de bezitloze theten (die het leeuwendeel van het roeiwerk in de triremen deden), maar ook op de sterke schouders van welgestelde Atheners (die inkomsten uit handel of uit landgoederen in Attica misliepen door de Spartaanse invasie). Zij waren moreel verplicht zich in de strijd te mengen naast zulke arme drommels (die als roeiers hun daggeld verdienden); zij hadden namelijk wél wat te verliezen.