Epainos-III

42.3

καὶ γὰρ τοῖς τἆλλα χείροσι δίκαιον τὴν ἐς τοὺς πολέμους ὑπὲρ τῆς πατρίδος ἀνδραγαθίαν προτίθεσθαι· ἀγαθῷ γὰρ κακὸν ἀφανίσαντες κοινῶς μᾶλλον ὠφέλησαν ἢ ἐκ τῶν ἰδίων ἔβλαψαν. 

Vertaling

Want zelfs mensen die verder maar weinig hebben gepresteerd verdienen het dat hun dappere optreden tegen de vijand, om het vaderland te verdedigen, daarvoor in de plaats gesteld wordt. Door immers hun onbruikbaarheid geheel uit te wissen met hun moedige inzet leveren ze het publieke domein een grotere dienst dan de schade die ze als individuen aanrichten. 

ἡ ἀνδραγαθία
ἀφανίζω

voortreffelijkheid
doen verdwijnen

  • οἱ τἆλλα (= τὰ ἄλλα) χείρους: 'de mensen die wat al het andere betreft slechter zijn' > die verder maar weinig hebben gepresteerd
  • δίκαιον: vul aan ἐστί(ν)
  • ἀγαθῷ, κακὸν: gesubstantiveerde adjectieven, onzijdig
  • κοινῶς: 'in gemeenschappelijk opzicht' > in het publieke domein
  • ὠφέλησαν: gnomische aoristus, als praesens te vertalen; de hele paragraaf is een algemene uitspraak, pas in de volgende paragraaf spreekt Pericles weer over de nu gevallenen
  • ἐκ τῶν ἰδίων: 'op grond van hun privéverrichtingen' (τὰ ἴδια: gesubstantiveerd adjectivum)

hun dappere optreden
Opmerkelijk is dat alle gesneuvelden in Pericles' opvatting dezelfde lof verdienen, en dat hiermee elk individueel onderscheid tussen de soldaten vervalt: de gesneuvelden worden collectief geprezen.

Door immers hun onbruikbaarheid geheel uit te wissen met hun moedige inzet
Letterlijk 'door slecht met goed onzichtbaar te maken': opnieuw kiest Pericles een formulering die de nadruk legt op zichtbaarheid. Het slechte is hier vertaald met onbruikbaarheid (zie 40.2: ‘wij beschouwen iemand die zich niet mengt in de politiek … als een nietsnut’.) In dat geval suggereert Pericles dat apolitiek gedrag kan worden goedgemaakt door verdienstelijkheid in de strijd en de bereidheid om te sneuvelen.