Inleiding

34.1-2

᾿Εν δὲ τῷ αὐτῷ χειμῶνι ᾿Αθηναῖοι τῷ πατρίῳ νόμῳ χρώμενοι δημοσίᾳ ταφὰς ἐποιήσαντο τῶν ἐν τῷδε τῷ πολέμῳ πρώτων ἀποθανόντων τρόπῳ τοιῷδε. (2) τὰ μὲν ὀστᾶ προτίθενται τῶν ἀπογενομένων πρότριτα σκηνὴν ποιήσαντες, καὶ ἐπιφέρει τῷ αὑτοῦ ἕκαστος ἤν τι βούληται·

Vertaling

In dezelfde winter hielden de Atheners een begrafenis uit de algemene middelen (dat was een traditioneel gebruik) van de eerste gesneuvelden in deze oorlog, op de volgende manier. (2) De botten van de overledenen stallen ze twee dagen van tevoren uit, onder een overkapping die ze daarvoor hebben neergezet, en ieder die dat wil brengt voor zijn eigen familieleden grafgiften.

δημοσίᾳ
ἡ ταφή
τὸ ὀστοῦν, pl. ὀστᾶ
προτίθημι
ἀπογίγνομαι
πρότριτα
ὁ αὑτοῦ

op staatskosten, uit de algemene middelen
begrafenis
bot
ten toon stellen, uitstallen
eufemisme voor ἀποθνῄσκω
twee dagen van tevoren
zijn eigen familielid

 

  • τῶν ... ἀποθανόντων: 'van de mensen die in deze oorlog waren gesneuveld'; bijvoegelijke bepaling bij ταφάς
  • τῷ πατρίῳ νόμῳ χρώμενοι: 'de voorvaderlijke traditie gebruikend'
  • ἤν τι βούληται: ἤν = εἰ + ἄν met coniunctivus generalis

in dezelfde winter
Het gaat om het jaar 431/430 v.Chr.

dat was een traditioneel gebruik
Het woord traditioneel is hier een vertaling van patrios, letterlijk voorvaderlijk. De gewoonte om de beenderen van de oorlogsdoden te verzamelen en in hun eigen stad collectief in plaats van individueel te begraven geldt in de oudheid als typisch Atheens. Over de oorsprong van dit gebruik verschillen de bronnen. Hoewel het instellen van de traditie soms wordt toegeschreven aan de Atheense wetgever Solon, is het gebruik hoogstwaarschijnlijk pas later dan de Perzische Oorlogen ontstaan, ná de slag bij Plataea (479) en vóór de Atheense nederlaag in het Thracische Drabescus (465-4). In zijn wandeling over de Kerameikos geeft Pausanias (1.29) namelijk een beschrijving van het graf voor de gevallenen in deze strijd.

een begrafenis uit de algemene middelen
Deze manier van begraven is een nieuwe ontwikkeling die samenhangt met de democratisering in Athene. Het moest een einde markeren aan de tijd van aristocratische praalgraven voor individuele oorlogsdoden uit adellijke families.

in deze oorlog
Thucydides is de eerste geschiedschrijver die het tijdperk van 431 tot 405 v.Chr. beschouwt als een overkoepelende en aaneengesloten oorlog. Het tijdperk begint met de Archidamische Oorlog (431-421), waarin jaarlijkse zomerinvallen van Sparta Attica in de as leggen, kent dan een periode van relatieve rust, de Vrede van Nicias (421-413) die uitloopt op de Siciliaanse Expeditie (415-413), en eindigt met een permanente Spartaanse bezetting van een vestingstad in Attica: de Deceleïsche Oorlog (413-405), die het einde van de Atheense hegemonie betekent.

de botten van de overledenen stallen ze twee dagen van tevoren uit
De lijken van de oorlogsdoden waren na een veldslag verzameld op het slagveld, dat daartoe door de overwinnaars was vrijgegeven, en ter plekke gecremeerd. De beenderen werden vervolgens getransporteerd naar de stad. De getroffen nabestaanden moesten wachten op de gezamenlijke begrafenis om afscheid te kunnen nemen van hun doden.

overkapping
Deze stellage van tentdoek (skene) symboliseerde de opbaring van doden in een privéhuis, voor een lijkwake. De precieze locatie van de opbaring is onderwerp van discussie: misschien in het centrum van de stad op de Agora, misschien bij de Dipylon-poort in de buurt van de begraafplaats.

voor zijn eigen familieleden
De publieke begrafenis blijft oog houden voor deze behoefte aan afscheid, maar dient naast de privésfeer ook een politiek en militair-patriottisch doel.

grafgiften
Tussen 470 en 410 v.Chr. was de lekythos de favoriete grafgift. Een lekythos is een ellipsvormige oliekruik met nauwe hals en een schenktuit en werd gevuld met olijfolie (of soms met balsem). De lekythos heeft een witte achtergrond bij de afbeeldingen.