Paramythia-I

43.3

ἀνδρῶν γὰρ ἐπιφανῶν πᾶσα γῆ τάφος, καὶ οὐ στηλῶν μόνον ἐν τῇ οἰκείᾳ σημαίνει ἐπιγραφή, ἀλλὰ καὶ ἐν τῇ μὴ προσηκούσῃ ἄγραφος μνήμη παρ' ἑκάστῳ τῆς γνώμης μᾶλλον ἢ τοῦ ἔργου ἐνδιαιτᾶται.

Vertaling

Voortreffelijke mannen hebben de hele wereld als graf, en niet alleen een inscriptie op grafstenen in hun eigen land houdt hun herinnering levend, maar ook daarbuiten en zonder inscriptie blijft bij ieder de herinnering aan hen bestaan, en dan nog het meest aan hun visie, meer nog dan aan hun daden. 

ἐπιφανής
ἡ ἐπιγραφή
ἡ προσήκουσα (γῆ)
ἄγραφος
ἐνδιαιτάομαι

opvallend, in het oog springend
opschrift
het eigen land
ongeschreven
leven

  • ἄγραφος: samengestelde adjectiva (ἄ-γραφος) hebben de uitgang -ος ook in de vrouwelijke vorm
  • τῆς γνώμης, τοῦ ἔργου: beide genitivi hangen af van μνήμη

de hele wereld als graf
In de door Pericles zelf aangescherpte regels voor het verkrijgen van Atheens burgerrecht was een graf van een voorouder op Attische bodem nog voldoende rechtsgrond geweest voor toekenning. Hier roept hij vanuit het oogpunt van het Atheense imperium een tegenbeeld op: van een stadstaat die zich overal bevindt waar maar Atheners zijn. Hun herinnering aan de mentaliteit van de gevallenen betekent blijvende roem op de hele wereld en ze blijft niet beperkt tot een specifieke lijst (epigraphe) met namen van gevallenen bij een collectief graf in de Kerameikos. Het onder woorden brengen van herinneringen wordt door Pericles hier hoger ingeschat dan een schriftelijke herinneringscultuur.