Paramythia-I

43.1b

ἀλλὰ μᾶλλον τὴν τῆς πόλεως δύναμιν καθ' ἡμέραν ἔργῳ θεωμένους καὶ ἐραστὰς γιγνομένους αὐτῆς, καὶ ὅταν ὑμῖν μεγάλη δόξῃ εἶναι, ἐνθυμουμένους ὅτι τολμῶντες καὶ γιγνώσκοντες τὰ δέοντα καὶ ἐν τοῖς ἔργοις αἰσχυνόμενοι ἄνδρες αὐτὰ ἐκτήσαντο,

Vertaling

Kijk liever naar de werkelijke macht van de stad, en doe dat elke dag, gedraag u als haar minnaar; en op het moment dat u een indruk hebt gekregen van haar grote belang, bedenk dan dat dit alles tot stand is gebracht door mannen die lef hadden en die wisten wat hun te doen stond, en die bij hun handelen hun eergevoel niet verloren;

ὁ ἐραστής
ἐνθυμέομαι

minnaar
bedenken

  • θεωμένους: inhoudelijk op één lijn met het participium σκοποῦντας eerder in de zin (43.1a), waar het a.h.w. een correctie op geeft
  • ἔργῳ: naar betekenis een toelichting op τὴν τῆς πόλεως δύναμιν: 'de macht van de stad (zoals die zich uit) in daden'
  • ἐραστὰς γιγνομένους αὐτῆς: het participium γιγνομένους is conatief: 'probeer haar minnaar te worden' > gedraag u als haar minnaar (of: geef u aan haar over)
  • ὅταν (= ὅτε ἄν) ὑμῖν μεγάλη δόξῃ εἶναι: een aoristusstam in een coniunctivus futuralis drukt voortijdigheid uit: 'wanneer ze u groot zal hebben geschenen te zijn' > op het moment dat u een indruk hebt gekregen van haar grote belang

de werkelijke macht van de stad
Hierbij wijst Pericles op de grootse architectuur van Athene, maar vraagt zijn toehoorders eigenlijk om, naast die zichtbare verworvenheden van de macht, met hun geest iets onzichtbaars en conceptueels te beschouwen.

gedraag u als haar minnaar
Dit is een oproep om, door het concept van de Atheense macht dagelijks te beschouwen, minnaars te worden van de stad, zoals de gesneuvelden vóór hen. Als een verliefd man moet men de stad elke dag met zijn geestesoog aanstaren en aanschouwen wat haar werkelijke macht is. Pericles doelt op het Atheense concept van een imperium, maar hij stuurt hun blik eerst naar de grootsheid van de Atheense architectuur in het "politieke landschap" van de Kerameikos en de Acropolis.

die bij hun handelen hun eergevoel niet verloren
Pericles verlangt een liefdevolle, erotisch geladen blik op de stad. In een eervolle relatie herkent een minnaar (erastes) de behoeften van zijn geliefde (eromenos) direct. In het klassieke Athene gold een seksuele relatie tussen volwassen vrije burgers als de enige gelijkwaardige, en daarmee als eervol. Pericles schetst de democratische liefde van de burger voor de stad Athene als die van een erastes voor zijn eromenos binnen een homo-erotische relatie. Op vergelijkbare wijze verdedigt Phaedrus in het Symposium (178d) van Plato de stelling dat het dapperste leger uit minnaars bestaat, omdat zij uit eergevoel het bereidst zouden zijn tot zelfopoffering.