Epainos-III
42.1δι' ὃ δὴ καὶ ἐμήκυνα τὰ περὶ τῆς πόλεως, διδασκαλίαν τε ποιούμενος μὴ περὶ ἴσου ἡμῖν εἶναι τὸν ἀγῶνα καὶ οἷς τῶνδε μηδὲν ὑπάρχει ὁμοίως, καὶ τὴν εὐλογίαν ἅμα ἐφ' οἷς νῦν λέγω φανερὰν σημείοις καθιστάς.
Vertaling
Met goede reden heb ik zo lang stil gestaan bij het karakter van de stad: ik wilde namelijk uiteenzetten dat er voor ons niet hetzelfde op het spel staat als voor mensen die niet verkeren in zulke omstandigheden, en tegelijkertijd wilde ik de lof van de mannen over wie ik nu spreek met onmiskenbare tekenen zichtbaar maken.
δι' ὃ |
waarom; en daarom |
- δι' ὃ: wijst vooruit naar de (causale, conatieve) participia ποιούμενος en καθιστάς: 'en daarom... omdat ik aan het... was' > met goede reden... ik wilde namelijk...
- καὶ: legt nadruk op de verklaring die volgt
- μὴ περὶ ἴσου εἶναι τὸν ἀγῶνα: 'dat niet om hetzelfde de strijd is' > dat er niet hetzelfde op het spel staat
- οἷς = τούτοις, οἷς
- τῶνδε: verwijst naar al het loffelijke dat Pericles over Athene heeft opgemerkt; hier pregnant vertaald met 'zulke' (namelijk zulke gunstige)
- τὴν εὐλογίαν ἐφ' οἷς νῦν λέγω = τὴν εὐλογίαν τούτων ἐφ' οἷς νῦν λέγω
met onmiskenbare tekenen zichtbaar maken
Letterlijk: 'zichtbaar maken aan de hand van tekens'. De 'onmiskenbare tekens', waaraan de grootsheid van Athene is af te lezen, heeft Pericles genoemd in 41.4. Met zijn beeldspraak hier lijkt Pericles te suggereren dat hij de tegenstelling tussen woord en daad heeft overbrugd, en de gesneuvelden dus eindelijk recht heeft gedaan.