Epainos-II
38.1καὶ μὴν καὶ τῶν πόνων πλείστας ἀναπαύλας τῇ γνώμῃ ἐπορισάμεθα, ἀγῶσι μέν γε καὶ θυσίαις διετησίοις νομίζοντες, ἰδίαις δὲ κατασκευαῖς εὐπρεπέσιν, ὧν καθ' ἡμέραν ἡ τέρψις τὸ λυπηρὸν ἐκπλήσσει.
Vertaling
Dan hebben we ook nog gezorgd dat we na de krachtsinspanningen een heleboel vormen van geestelijke ontspanning hebben, wedstrijden en offerfeesten het hele jaar door, maar ook onze huizen die er schitterend uitzien, en waarvan het plezier de zorgen dagelijks verdrijft.
ἡ ἀναπαύλη |
ontspanning |
- νομίζοντες: hier gebruikt als equivalent van χρώμενοι en ook met de dativus geconstrueerd (νομίζω = 'de gewoonte hebben' > 'hebben')
- ὧν: de genitivus (een genitivus objectivus) hangt af van ἡ τέρψις; het antecedent is κατασκευαῖς
na de krachtsinspanningen
Eufemistisch zijn hier de oorlogsverrichtingen bedoeld, waardoor het Atheens imperium tot stand is gebracht en intact blijft, vergelijk de formulering ‘onder grote inspanningen’ (ouk aponoos) in 36.2.
wedstrijden en offerfeesten het hele jaar door
De belangrijkste, de Panatheneën en de Grote Dionysia, waren massale volksevenementen. Bij het offerfeest van de Panatheneën werden sportwedstrijden gehouden, bij het offerfeest van de Grote Dionysia theatercompetities. Hoewel deze offerfeesten steevast een religieuze functie hebben, waren ze ook een manifestatie van Atheense trots.
onze huizen die er schitterend uitzien
Pericles suggereert hier, in het verlengde van zijn eerdere bewering dat de Atheners elkaar in het private domein niet met scheve ogen aankeken, dat ook persoonlijke luxe is gepermitteerd en zelfs gemeengoed is.