Laatste rede
64.4-5καίτοι ταῦτα ὁ μὲν ἀπράγμων μέμψαιτ' ἄν, ὁ δὲ δρᾶν τι καὶ αὐτὸς βουλόμενος ζηλώσει· εἰ δέ τις μὴ κέκτηται, φθονήσει. (5) τὸ δὲ μισεῖσθαι καὶ λυπηροὺς εἶναι ἐν τῷ παρόντι πᾶσι μὲν ὑπῆρξε δὴ ὅσοι ἕτεροι ἑτέρων ἠξίωσαν ἄρχειν· ὅστις δὲ ἐπὶ μεγίστοις τὸ ἐπίφθονον λαμβάνει, ὀρθῶς βουλεύεται. μῖσος μὲν γὰρ οὐκ ἐπὶ πολὺ ἀντέχει, ἡ δὲ παραυτίκα τε λαμπρότης καὶ ἐς τὸ ἔπειτα δόξα αἰείμνηστος καταλείπεται.
Vertaling
Een voorstander van afzijdigheid kan dit weliswaar als verwijt aanvoeren, maar iemand die zelf ook iets wil presteren zal ons erom benijden. En iemand die zelf niets heeft, zal het ons misgunnen. (5) Dat we op het moment gehaat worden en impopulair zijn is het lot van iedereen die wil heersen over anderen. Wie met de hoogste inzet zijn populariteit op het spel zet, neemt een verstandig besluit. Want haat houdt nooit lang aan en onze huidige glansrijke positie en onze reputatie in de toekomst zal maken dat we eeuwig herinnerd zullen worden.
ἀπράγμων |
afzijdig, niet optredend, passief |
- καίτοι: adversatief ('en toch'); hier onvertaald
- ταῦτα: dwz. de zojuist beschreven hoge positie
- καὶ αὐτὸς ('ook zelf'): nl. in navolging van Athene
- τὸ μισεῖσθαι ἐν τῷ παρόντι πᾶσι ὑπῆρξε, ὅσοι: 'het gehaat worden op het moment zelf is gebeurd met allen die...' > dat we op dit moment gehaat worden is het lot van iedereen die
- ὑπῆρξε, ἠξίωσαν: empirische aoristus ('is het lot geweest', 'hebben willen'), hier als praesens vertaald
- ἕτεροι ἑτέρων: 'als de ene over de andere' > over anderen
- τὸ ἐπίφθονον λαμβάνει: 'krijgt afgunst' > zet zijn populariteit op het spel
- ἡ δὲ παραυτίκα τε λαμπρότης καὶ ἐς τὸ ἔπειτα δόξα: door τε καὶ worden λαμπρότης en δόξα op één lijn gesteld; er is voorgesteld om τε te schrappen, de betekenis wordt dan 'de huidige glans (ἡ παραυτίκα λαμπρότης) blijft ook voor de toekomst (καὶ ἐς τὸ ἔπειτα) over als eeuwig herinnerde roem (δόξα αἰείμνηστος)'