Laatste rede

63.1

τῆς τε πόλεως ὑμᾶς εἰκὸς τῷ τιμωμένῳ ἀπὸ τοῦ ἄρχειν, ᾧπερ ἅπαντες ἀγάλλεσθε, βοηθεῖν, καὶ μὴ φεύγειν τοὺς πόνους ἢ μηδὲ τὰς τιμὰς διώκειν· μηδὲ νομίσαι περὶ ἑνὸς μόνου, δουλείας ἀντ' ἐλευθερίας, ἀγωνίζεσθαι, ἀλλὰ καὶ ἀρχῆς στερήσεως καὶ κινδύνου ὧν ἐν τῇ ἀρχῇ ἀπήχθεσθε.

Vertaling

Het is redelijk dat u de eerbiedwaardige positie die de stad aan haar imperium te danken heeft en waarop u allen zo trots bent, overeind probeert te houden, en dat u de inspanningen die dat kost niet schuwt, anders moet u ook zulke ereposities niet nastreven. U mag niet denken dat het hier alleen maar gaat om vrijheid in plaats van slavernij, maar ook om het verlies van ons imperium en het daarmee gepaard gaande gevaar van represailles voor de tijdens uw bewind gegroeide irritatie.

ἀγάλλω
ἡ στέρησις
ἀπάχθομαι

 

trots zijn
het beroofd worden van
gehaat worden

  • εἰκὸς: vul aan ἐστί
  • τὸ τιμώμενον τῆς πόλεως ἀπὸ τοῦ ἄρχειν: 'het geëerd worden van de stad op grond van het heersen'; τῷ τιμωμένῳ : dativus afhankelijk van βοηθεῖν
  • ἢ μηδὲ: 'of (anders) ook niet'
  • νομίσαι: eveneens afhankelijk van εἰκὸς (ἐστί)
  • (ἀρχῆς) στερήσεως καὶ κινδύνου: genitivi eveneens afhankelijk van περί
  • κινδύνου ὧν ἀπήχθεσθε: ὧν kan onzijdig zijn (= τούτων, ἅ):  'gevaar vanwege al die dingen, waarom u zich in uw heerschappij gehaat heeft gemaakt'; of anders mannelijk (= τούτων, ὧν): 'gevaar van de kant van diegenen, bij de overheersing van wie u zich gehaat heeft gemaakt'