Laatste rede

61.1

καὶ γὰρ οἷς μὲν αἵρεσις γεγένηται τἆλλα εὐτυχοῦσι, πολλὴ ἄνοια πολεμῆσαι· εἰ δ' ἀναγκαῖον ἦν ἢ εἴξαντας εὐθὺς τοῖς πέλας ὑπακοῦσαι ἢ κινδυνεύσαντας περιγενέσθαι, ὁ φυγὼν τὸν κίνδυνον τοῦ ὑποστάντος μεμπτότερος.

Vertaling

Als men immers de keuze heeft, terwijl er verder geen vuiltje aan de lucht is, dan is het natuurlijk grote dwaasheid om de strijd aan te gaan. Maar als het erom ging om ofwel toegeeflijk te zijn en dan meteen de slaaf te worden van het buurland of het risico nemen en als winnaar uit de strijd komen, dan is degene die voor het risico is weggelopen meer te verwijten dan degene die het is aangegaan.

ἡ αἵρεσις, -εως
μεμπτός

keuze
laakbaar, verwijtbaar

  • οἷς (= τούτοις, οἷς): relativum met ingesloten antecedent
  • εὐτυχοῦσι: participium, congrueert met οἷς
  • πολλὴ ἄνοια: vul aan ἐστί
  • εἰ δ' ἀναγκαῖον ἦν: 'maar als het noodzakelijk was' (en dat was het) >  maar als het erom ging (en dat deed het) 
  • ἦν: het imperfectum verwijst naar de situatie waarin de beslissing genomen moest worden
  • τοῖς πέλας: gesubstantiveerd bijwoord: 'aan die dichtbij' > aan het buurland (nl. Sparta)
  • τοῦ ὑποστάντος: genitivus comparationis
  • μεμπτότερος: vul aan ἐστίν