Laatste rede

62.1

τὸν δὲ πόνον τὸν κατὰ τὸν πόλεμον, μὴ γένηταί τε πολὺς καὶ οὐδὲν μᾶλλον περιγενώμεθα, ἀρκείτω μὲν ὑμῖν καὶ ἐκεῖνα ἐν οἷς ἄλλοτε πολλάκις γε δὴ ἀπέδειξα οὐκ ὀρθῶς αὐτὸν ὑποπτευόμενον, δηλώσω δὲ καὶ τόδε, ὅ μοι δοκεῖτε οὔτ' αὐτοὶ πώποτε ἐνθυμηθῆναι ὑπάρχον ὑμῖν μεγέθους πέρι ἐς τὴν ἀρχὴν οὔτ' ἐγὼ ἐν τοῖς πρὶν λόγοις. οὐδ' ἂν νῦν ἐχρησάμην κομπωδεστέραν ἔχοντι τὴν προσποίησιν, εἰ μὴ καταπεπληγμένους ὑμᾶς παρὰ τὸ εἰκὸς ἑώρων.

Vertaling

Wat betreft de vrees dat we, als onze inspanning in de oorlog fors is, toch niet kunnen winnen, moet het u genoeg zijn dat ook bij andere gelegenheden ik u vaak heb kunnen aantonen dat u ten onrechte bedenkingen had bij deze inspanning en ik zal ook nu met een argument komen waar u zelf, denk ik, nooit eerder op bent gekomen, een voordeel dat betrekking heeft op de omvang van uw imperium. Zelf heb ik het denk ik ook niet eerder vermeld. Ik zou het argument ook nu niet gebruikt hebben, omdat het nogal arrogant klinkt, als ik niet zag dat u meer teneergeslagen bent dan nodig is.

ἀρκείτω
ὑποπτεύω
κομπώδης
ἡ προσποίησις
καταπλήττω
ἡ χρῆσις

laat het genoeg zijn
denken, vermoeden
arrogant
voorstelling van zaken
te neer slaan
gebruik

  • τὸν δὲ πόνον...ὑποπτευόμενον: 'wat betreft de krachtsinspanning om de oorlog, dat die groot is en we evengoed niet zullen winnen, laat al die situaties genoeg voor u zijn waarin ik u vaak bij andere gelegenheden heb aangetoond dat die (inspanning) ten onrechte (door u) met argwaan bekeken werd' (de zin is een anacolouth)
  • τὸν δὲ πόνον: fungeert hier als accusativus van betrekking ('wat betreft de krachtsinspanning'), maar wordt later in de zin opgepakt door αὐτὸν: 'die (inspanning)'
  • μὴ γένηταί τε πολὺς καὶ οὐδὲν μᾶλλον περιγενώμεθα: de bijzin is een uitdrukking van angst (en krijgt daarom μὴ in de betekenis 'dat'): '(de angst) dat die (inspanning) groot wordt en dat we evengoed niet zullen winnen'; later in de zin volgt het werkwoord dat angst uitdrukt: ὑποπτευόμενον ('met argwaan bekeken werd')
  • ἀρκείτω: imperativus 3e p. ev. 'het moet genoeg zijn'; subject is ἐκεῖνα (onzijdig meervoud)
  • ἐκεῖνα: 'die dingen ver weg' > die vroegere situaties
  • καὶ ἐκεῖνα ... καὶ τόδε: 'niet alleen de vroegere situaties... maar ook dit'
  • ἀπέδειξα οὐκ ὀρθῶς αὐτὸν ὑποπτευόμενον: 'ik heb aangetoond dat deze (inspanning) ten onrechte (door u) met argwaan beschouwd werd'; werkwoorden van 'tonen' krijgen een AcP in plaats van een AcI
  • δηλώσω ... ἐς τὴν ἀρχὴν: 'zal ik u ook dit (voordeel) duidelijk maken, waarvan (ὅ) u volgens mij (μοι) nog nooit zelf bedacht lijkt te hebben (δοκεῖτε ἐνθυμηθῆναι) dat u het hebt (ὑπάρχον ὑμῖν) als het gaat om (ἐς) uw imperium in verband met (πέρι) zijn omvang'
  • ὑπάρχον ὑμῖν: AcP afhankelijk van ἐνθυμηθῆναι, een werkwoord van 'geestelijke waarneming'
  • μεγέθους πέρι = περὶ μεγέθους: als een voorzetsel als achterzetsel wordt gebruikt komt het accent op de eerste lettergreep (περὶ > πέρι)
  • οὐδ' ἂν ἐχρησάμην, εἰ μὴ ἑώρων: irrealis van het heden (ἂν met ind. imperfectum)
  • ἐχρησάμην: vul aan αὐτῷ ('dit argument', wijst terug naar τόδε, het nog te noemen 'voordeel'); het participium ἔχοντι sluit zich daar bij aan
  • κομπωδεστέραν ἔχοντι τὴν προσποίησιν: 'omdat het een nogal opschepperige pretentie heeft'