Laatste rede
60.6-7ὅ τε γὰρ γνοὺς καὶ μὴ σαφῶς διδάξας ἐν ἴσῳ καὶ εἰ μὴ ἐνεθυμήθη· ὅ τε ἔχων ἀμφότερα, τῇ δὲ πόλει δύσνους, οὐκ ἂν ὁμοίως τι οἰκείως φράζοι· προσόντος δὲ καὶ τοῦδε, χρήμασι δὲ νικωμένου, τὰ ξύμπαντα τούτου ἑνὸς ἂν πωλοῖτο. (7) ὥστ' εἴ μοι καὶ μέσως ἡγούμενοι μᾶλλον ἑτέρων προσεῖναι αὐτὰ πολεμεῖν ἐπείσθητε, οὐκ ἂν εἰκότως νῦν τοῦ γε ἀδικεῖν αἰτίαν φεροίμην.
Vertaling
Want voor iemand met het juiste inzicht, maar zonder de vaardigheid dit goed te verwoorden geldt dat hij het net zo goed niet had kunnen bedenken. En wie beide kwaliteiten verenigt, maar niet het beste voor heeft met de stad zou het niet met evenveel enthousiasme kunnen bepleiten. Als die laatste voorwaarde ook is vervuld, maar de persoon in kwestie laat zich met geld omkopen, dan wegen al zijn kwaliteiten niet op tegen deze ene zwakte. (7) Als u dus van mening was dat die kwaliteiten bij mij ook maar enigszins voorhanden waren, meer dan in anderen, en daarom mijn advies om oorlog te voeren hebt opgevolgd, dan zou het niet logisch zijn dat mij nu wordt verweten dat ik u onrecht doe.
δύσνοος |
onwelgezind |
- ὁ γνοὺς: vul aan τὰ δέοντα
- ὁ μὴ σαφῶς διδάξας ('maar die het niet duidelijk heeft uitgelegd'): staat in contrast met ἑρμηνεῦσαι (60.5)
- ἐν ἴσῳ (ἐστί) καὶ εἰ μὴ ἐνεθυμήθη: lett. 'is in dezelfde toestand als (καὶ) wanneer (εἰ) hij het niet bedacht had'
- τῇ πόλει δύσνους: staat in contrast met φιλόπολις (60.5)
- οἰκείως: 'op de manier van iemand die deel uitmaakt van de stad' > loyaal, met enthousiasme (voor de stad)
- τοῦδε: wijst bij uitzondering terug, hier op het loyaal spreken
- νικωμένου: vormt eveneens een woordgroep met τοῦδε ('als dit wordt overwonnen (door geld)'); hier vrij vertaald: maar als de persoon in kwestie zich laat omkopen
- τὰ ξύμπαντα τούτου ἑνὸς ἂν πωλοῖτο: 'dan zouden al deze dingen voor dit ene worden verkocht' > dan wegen al zijn kwaliteiten niet op tegen deze ene zwakte; evt. 'dan zou hij al deze dingen voor dit ene verkopen' (πωλοῖτο dan niet passief maar mediaal)
- μοι: dativus afhankelijk van προσεῖναι (prolepsis)
- καὶ μέσως ('ook maar enigszins'): bijwoord bij προσεῖναι
- αὐτὰ: de genoemde vier kwaliteiten
- τοῦ ἀδικεῖν: gesubstantiveerde infinitivus; afhankelijk van αἰτίαν