Ontwrichting

53.2-3

ὥστε ταχείας τὰς ἐπαυρέσεις καὶ πρὸς τὸ τερπνὸν ἠξίουν ποιεῖσθαι, ἐφήμερα τά τε σώματα καὶ τὰ χρήματα ὁμοίως ἡγούμενοι. (3) καὶ τὸ μὲν προσταλαιπωρεῖν τῷ δόξαντι καλῷ οὐδεὶς πρόθυμος ἦν, ἄδηλον νομίζων εἰ πρὶν ἐπ' αὐτὸ ἐλθεῖν διαφθαρήσεται· ὅ τι δὲ ἤδη τε ἡδὺ πανταχόθεν τε ἐς αὐτὸ κερδαλέον, τοῦτο καὶ καλὸν καὶ χρήσιμον κατέστη.

Vertaling

En dus verlangden ze snelle bevrediging en op plezier gerichte ervaringen, omdat ze hun lichamen, en hun bezittingen al helemaal, zagen als iets tijdelijks. (3) Ook was niemand bereid om veel van zich te vergen voor iets wat goed leek, omdat hem onduidelijk was of hij zou sterven voor hij dat wist te bereiken. Wat meteen plezier gaf, of wat dat op welke manier dan ook verhoogde, dat was nu als goed en nuttig gaan gelden.

ἡ ἐπαύρεσις                      
ἐφήμερος                                  
προσταλαιπωρέω  
ἤδη
κερδαλέος                 

genieting, ervaring                           
tijdelijk 
extra zwoegen
meteen
voordelig

  • ταχείας τὰς ἐπαυρέσεις καὶ πρὸς τὸ τερπνὸν ἠξίουν ποιεῖσθαι: letterlijk 'ze wilden (ἠξίουν) hun genietingen (τὰς ἐπαυρέσεις) snel (ταχείας) doen (ποιεῖσθαι) en gericht op het plezier (πρὸς τὸ τερπνὸν)'
  • τε ... καὶ ... ὁμοίως: bij deze combinatie krijgt het tweede lid nadruk > '..., en ... al helemaal'
  • τὸ μὲν προσταλαιπωρεῖν: aanvullingsinfinitivus (hier met lidwoord) bij πρόθυμος ἦν
  • τῷ δόξαντι καλῷ: 'door iets wat goed leek' > 'om iets wat goed leek'
  • πρὶν ἐπ' αὐτὸ ἐλθεῖν: nl. ἐπὶ τὸ καλόν
  • ὅ τι ἤδη ἡδὺ: vul aan ἦν
  • πανταχόθεν: 'waarvandaan ook' dwz van welke bedenkelijke herkomst ook
  • ἐς αὐτὸ (nl τὸ ἡδὺ) κερδαλέον: vul aan ἦν

op plezier gerichte ervaringen
Thucydides benadrukt dat genotzucht hoogtij vierde in tijden van crisis. Hij verwoordt daarbij denkbeelden van het hedonisme, een filosofische stroming rond Aristippus van Cyrene (435-355 v.C) die het najagen van plezier op korte termijn en een luxueuze levenswijze voorstond. In deze theorie was plezier het hoogste goed. Thucydides schetst een excessieve en irrationele samenleving; de morele crisis veroorzaakt door de pest had volgens hem ook blijvende gevolgen. Anders dan de gematigde Pericles richtten zijn politieke opvolgers zich op persoonlijke ambitie en lust; en niet langer stuurde een rationeel politicus als Pericles in de volksvergadering het lustprincipe van de massa bij

voor iets wat hem goed leek
Het ideaalbeeld van de stad waarvoor en waardoor volgens Pericles de Atheense burgers zo beredeneerd en dapper streden is verloren gegaan. De Atheners kiezen bij gebrek aan overtuigend ideaal enkel nog voor wat comfortabel is (vergelijk 40.3).