Ontwrichting

52.1-2

᾿Επίεσε δ' αὐτοὺς μᾶλλον πρὸς τῷ ὑπάρχοντι πόνῳ καὶ ἡ ξυγκομιδὴ ἐκ τῶν ἀγρῶν ἐς τὸ ἄστυ, καὶ οὐχ ἧσσον τοὺς ἐπελθόντας. (2) οἰκιῶν γὰρ οὐχ ὑπαρχουσῶν, ἀλλ' ἐν καλύβαις πνιγηραῖς ὥρᾳ ἔτους διαιτωμένων ὁ φθόρος ἐγίγνετο οὐδενὶ κόσμῳ, ἀλλὰ καὶ νεκροὶ ἐπ' ἀλλήλοις ἀποθνῄσκοντες ἔκειντο καὶ ἐν ταῖς ὁδοῖς ἐκαλινδοῦντο καὶ περὶ τὰς κρήνας ἁπάσας ἡμιθνῆτες τοῦ ὕδατος ἐπιθυμίᾳ.

Vertaling

Bovenop de bestaande nood begon nu ook het samendrommen van het land naar de stad hen steeds meer in het nauw te brengen, de nieuwkomers niet het minst. (2) Er waren geen huizen voorhanden en er werd in verstikkende opvangkampen geleefd tijdens het zomerseizoen. Dus voltrok de sterfte zich volkomen ongeregeld. Lijken lagen bovenop elkaar af te sterven en in de straten en bij alle waterpunten waarden mensen halfdood rond uit dorst naar water.

 

ἡ συγκομιδή (ξυγ- = συγ-)
οὐχ ἧσσον                           
ἡ καλύβη                             
πνιγηρός    
διαιτάομαι                         
καλινδέομαι                       
ἡμιθνής, ἡμιθνῆτος          

het bijeenbrengen
niet minder; niet het minst
hut, tent
verstikkend
wonen, verblijven
zich bevinden          
halfdood

  • ἐπίεσε: aoristus, ingressief gebruikt ('begon te'); de verhuizing naar de stad was al geschied, maar werd nu drukkend
  • ἡ ξυγκομιδὴ: letterlijk 'het samenbrengen' van de mensen van het land naar de stad
  • οἰκιῶν οὐχ ὑπαρχουσῶν: genitivus absolutus (hier als hoofdzin vertaald)
  • διαιτωμένων: genitivus absolutus (hier als hoofdzin vertaald) zonder naamwoord in de genitivus; vul aan αὐτῶν
  • ὥρᾳ ἔτους: 'in het seizoen van het jaar' > tijdens het zomerseizoen
  • ἀλλὰ καὶ: tegenover οὐδενὶ (κόσμῳ)
  • νεκροὶ ἀποθνῄσκοντες: om deze eigenaardige combinatie ('stervende lijken') stelt men wel voor om καὶ ἀποθνῄσκοντες (of ἀποθνῄσκοντες τε) te lezen

het samendrommen
Thucydides noemt de overbevolking van Athene als een verergerende factor van de pestepidemie. Deze overbevolking was het gevolg van de tactiek die Pericles voorstond. Athene moest inzetten op de slagkracht van haar onoverwinnelijke vloot. De bevolking moest zich bij de Spartaanse invallen terugtrekken binnen de "lange muren" en het land prijsgeven als "een tuintje". Toen Attica voor de tweede zomer op een rij verwoest werd, viel uit de vijandelijke reacties van de Atheense burgers jegens Pericles op te maken dat ze hem verantwoordelijk hielden voor de gevolgen van de oorlog. Op zijn aandringen (2.14) hadden ze hun gezinnen geëvacueerd, hun huisraad in de stad en hun vee op Euboia in veiligheid gebracht. Thucydides (2.17) schetst hoe zij vervolgens hun toevlucht namen tot braakliggende stadsterreinen of de vele goden- en heldentempels, op enkele goed bewaakte tempelterreinen na als die van het Parthenon en het Eleusinion op de Acropolis, en de Demetertempel aan de voet ervan. 

de nieuwkomers
Thucydides wijst erop dat de geëvacueerden door hun noodopvang op ommuurde tempelterreinen en hun gebrekkige huisvesting tijdens de zomerhitte zelf de zwaarste klappen van de pestepidemie te verduren kregen.

volkomen ongeregeld
De pestepidemie tastte niet alleen de lichamen van de Atheners aan, maar ook hun normen en waarden. De nu volgende beschrijving van de ontluisterende verwaarlozing van de Atheense begraafgewoonten tijdens de pestcrisis vormt een enorm contrast met de geordende rituelen die de lijkrede van Pericles omgaven.