Uitbreken

47.4

οὔτε γὰρ ἰατροὶ ἤρκουν τὸ πρῶτον θεραπεύοντες ἀγνοίᾳ, ἀλλ' αὐτοὶ μάλιστα ἔθνῃσκον ὅσῳ καὶ μάλιστα προσῇσαν, οὔτε ἄλλη ἀνθρωπεία τέχνη οὐδεμία· ὅσα τε πρὸς ἱεροῖς ἱκέτευσαν ἢ μαντείοις καὶ τοῖς τοιούτοις ἐχρήσαντο, πάντα ἀνωφελῆ ἦν, τελευτῶντές τε αὐτῶν ἀπέστησαν ὑπὸ τοῦ κακοῦ νικώμενοι.

Vertaling

Noch artsen konden iets, immers, zij behandelden de ziekte voor het eerst en zonder expertise. Onder hen was de sterfte juist zeer hoog, omdat zij ook zeer veel in aanraking kwamen met de ziekte. Maar geen enkele vakkennis van de mens kon iets. Hoeveel er ook werd gesmeekt bij de tempels en hoeveel orakels er ook werden geraadpleegd, of wat dan ook, alles was volkomen zinloos, zodat men er tenslotte vanaf zag, verslagen door de kwaal.

ἀρκέω
τὸ πρῶτον
ἡ ἄγνοια
τὸ μαντεῖον
ἀνωφελής
τελευτῶν
ἀφίσταμαι + gen.

voldoende zijn, van nut zijn
hier voor het eerst
onkunde, onwetendheid
orakel
nutteloos
(ptc. van τελευτάω): 'beëindigend' > tenslotte
ervan afzien, opgeven

  • οὔτε ἤρκουν: 'voldeden niet', namelijk om de ziekte te genezen
  • τὸ πρῶτον θεραπεύοντες: toelichting bij ἀγνοίᾳ
  • ὅσῳ καὶ μάλιστα: 'voor zover zij ook het meest' > omdat zij ook het meest
  • προσῇσαν: absoluut gebruikt: 'zij gingen erop af', namelijk op de ziektegevallen
  • οὔτε οὐδεμία: de dubbele ontkenning is versterkend ('helemaal geen'); in dat geval is de tweede ontkenning samengesteld: οὐδε-μία
  • τέχνη: vul aan ἤρκει
  • ὅσα: vooropgeplaatst bij πάντα; intern object bij ἱκέτευσαν en ἐχρήσαντο: 'alles wat' > hoeveel ook  

 

voor het eerst en zonder expertise
De interpretatie van de woorden voor het eerst (to prooton) is omstreden. Bedoelt Thucydides dat de artsen aanvankelijk niet voldeden, maar uiteindelijk wel, of dat ze om te beginnen uit ondeskundigheid (agnoia) met de ziekte niet voldeden?

onder hen was de sterfte nu juist heel hoog
Er woedt onder beoefenaars van de paleomicrobiologie nog felle discussie over wat de aard van de besmettelijke ziekte nu precies was. Besmetting met tyfus wordt vaak genoemd omdat die zoveel slachtoffers onder artsen maakt. Ook besmetting met pokken of mazelen komt beter overeen met Thucydides' beschrijving dan met de (builen-)pest. De eerste gedocumenteerde epidemie van de builenpest, ofwel de zwarte dood, is die van Justinianus in het jaar 543, een kleine duizend jaar later.

vakkennis
In de eerste plaats valt hier te denken aan de bovennatuurlijke kennis van priesters of profeten. Zo wordt de ziener Teiresias door koning Oedipus in de gelijknamige tragedie geraadpleegd bij het uitbreken van de pest.

kwaal
Het Griekse woord voor kwaal (kakon) is ook dat voor kwaad. In het magische denken van de religie kon het kwaad wellicht nog afgewend worden, de kwaal niet.