Orakels

54.1-2

Τοιούτῳ μὲν πάθει οἱ ᾿Αθηναῖοι περιπεσόντες ἐπιέζοντο, ἀνθρώπων τ' ἔνδον θνῃσκόντων καὶ γῆς ἔξω δῃουμένης. (2) ἐν δὲ τῷ κακῷ οἷα εἰκὸς ἀνεμνήσθησαν καὶ τοῦδε τοῦ ἔπους, φάσκοντες οἱ πρεσβύτεροι πάλαι ᾄδεσθαι "ἥξει Δωριακὸς πόλεμος καὶ λοιμὸς ἅμ' αὐτῷ".

Vertaling

Aan zo’n ramp ten prooi gevallen stonden de Atheners onder druk, nu de mensen binnen de stad stierven en het land erbuiten verwoest werd. En zoals dat dan gaat, bleef tijdens het leed ook het volgende vers niet onvermeld, waarvan ouderen zeiden dat het sinds oude tijden gezongen werd:  “Er komt een Dorische oorlog aan en ook nog eens pest.”

περιπίπτω (+ dat.)
πιέζω
δῄω
οἷα           
Δωριακὸς    
ὁ λoιμός    

terechtkomen in
onderdrukken, in het nauw brengen
vernietigen
zoals
Dorisch
pest

  • οἷα εἰκὸς: vul aan ἐστίν
  • φάσκοντες: participium bij φημί
  • οἱ πρεσβύτεροι: inperking van het algemene subject ('ze') van ἀνεμνήσθησαν
  • πάλαι: 'sinds oude tijden'
  • ᾄδεσθαι: de praesensstam drukt hier een imperfectum uit > gezongen werd

er komt een Dorische oorlog aan en ook nog eens pest
Deze voorspelling vormt een dichterlijk metrum met een bepaald ritme: de dactylische hexameter. Dit ritme nodigt uit tot meezingen en dient als geheugensteun. Nu Athene zwaar werd getroffen door de pest, herinnerde men zich de orakelspreuk dat er een Dorische oorlog zou komen met daarbij de pest. Door het orakel aan te halen uitten de ouderen kritiek op Pericles. Hij was immers een vurig pleitbezorger geweest van de oorlog tegen de Spartanen, etnische Doriërs, evenals de Corinthiërs en anderen in het Peloponnesisch bondgenootschap; het verschil in etniciteit met de Atheners, etnische Ioniërs, zou aan beide zijden steeds openlijker gaan spelen in de oorlogsretoriek. Pericles had, zo vonden zijn critici, als hij al een Dorische oorlog begon, ook aan het slot van het vers moeten denken. Maar ja, Pericles stond nu eenmaal bekend als rationalist en dat kwam door zijn omgang met sofisten als Anaxagoras die sceptisch stonden tegenover (bij-)geloof.