Gevolgen
51.5εἴτε γὰρ μὴ 'θέλοιεν δεδιότες ἀλλήλοις προσιέναι, ἀπώλλυντο ἐρῆμοι, καὶ οἰκίαι πολλαὶ ἐκενώθησαν ἀπορίᾳ τοῦ θεραπεύσοντος· εἴτε προσίοιεν, διεφθείροντο, καὶ μάλιστα οἱ ἀρετῆς τι μεταποιούμενοι· αἰσχύνῃ γὰρ ἠφείδουν σφῶν αὐτῶν ἐσιόντες παρὰ τοὺς φίλους, ἐπεὶ καὶ τὰς ὀλοφύρσεις τῶν ἀπογιγνομένων τελευτῶντες καὶ οἱ οἰκεῖοι ἐξέκαμνον ὑπὸ τοῦ πολλοῦ κακοῦ νικώμενοι.
Vertaling
Wilde men namelijk uit angst niet met elkaar omgaan, dan stierf men in eenzaamheid en veel huishoudens gingen verloren bij gebrek aan verplegers. Ging men wel met zieken om, dan bezweek men zelf, en dat waren vooral de mensen die enigszins hechtten aan ethiek. Uit eer ontzagen die zichzelf niet om vrienden te bezoeken, zelfs niet toen de eigen familie tenslotte de jammerklachten om de stervenden moe werd, gewonnen als zij zich gaf door het vele leed.
εἴτε μὴ ... εἴτε...
|
als niet...als wél...
|
- εἴτε μὴ ... εἴτε...: coördineert hier een dilemma
- τοῦ θεραπεύσοντος: een participium futurum geeft een doel aan ('om te'); hier is het participium gesubstantiveerd: 'iemand om te ...'
- προσίοιεν: vul aan ἀλλήλοις
- τι (accusativus van betrekking): 'qua iets' > ook maar enigszins
- ἐπεὶ: volgens sommigen direct redengevend (parafrase: 'burgers bleven hun vrienden bezoeken, omdat de naaste familie daar de verzorging niet meer kon opbrengen'); anderen zien een contrast (parafrase: 'burgers bleven hun vrienden bezoeken, terwijl daarentegen de naaste familie de verzorging niet meer kon opbrengen')
-
τῶν ἀπογιγνομένων: genitivus obiectivus bij τὰς ὀλοφύρσεις; hier als praesens vertaald (jammerklachten om de stervenden), een andere mogelijkheid is 'jammerklachten (telkens opnieuw) om de gestorvenen' (distributief gebruikt praesens)
gebrek aan verplegers
Thucydides geeft aan dat de besmettelijkheid van de ziekte velen ervan afhield zieke vrienden te bezoeken, laat staan te verzorgen. Tijdens de pestuitbraak kwam de ziekenverzorging in Athene neer op de hulpbereidheid van de eigen familie: de grenzen van het altruïsme (onbaatzuchtige hulp zonder eigenbelang) waren in tijden van crisis bereikt.
ethiek
Dit woord is een weergave van het Griekse arete (voortreffelijkheid) en werd door Pericles in de lijkrede al in verband gebracht met vriendschap. Daar bespreekt Pericles een erecode van gunsten verlenen en dank betuigen binnen vriendschap. Ethisch houdt het verband met het Homerische motto aei aristeuein: "altijd voortreffelijk zijn" (Ilias 6.208). Ook in het democratische Athene was excelleren een erekwestie. Ironisch stelt Thucydides dat juist deze instelling voor burgers die de voortreffelijksten wilden zijn in de crisis fatale gevolgen had.
uit eer
Thucydides gebruikt hier het woord aischune (schaamtegevoel, schande) en geeft daarmee voor zo'n daad van zelfopoffering een psychologische verklaring vanuit gevoelens van respect tegenover vrienden, of vanuit de schande om respect te verliezen. Ook aan deze vorm van arete (ethiek) kwam met het uiteenvallen van alle normen en waarden in de crisis een einde.