Oorlogsrede
140.5τὸ γὰρ βραχύ τι τοῦτο πᾶσαν ὑμῶν ἔχει τὴν βεβαίωσιν καὶ πεῖραν τῆς γνώμης. οἷς εἰ ξυγχωρήσετε, καὶ ἄλλο τι μεῖζον εὐθὺς ἐπιταχθήσεσθε ὡς φόβῳ καὶ τοῦτο ὑπακούσαντες· ἀπισχυρισάμενοι δὲ σαφὲς ἂν καταστήσαιτε αὐτοῖς ἀπὸ τοῦ ἴσου ὑμῖν μᾶλλον προσφέρεσθαι.
Vertaling
Want deze kleinigheid biedt u zowel de bevestiging als de test van uw overtuiging. Als u op dit punt toegeeft dan komt er meteen een grotere eis achteraan omdat men denkt dat u hierin uit vrees hebt toegegeven. Stelt u zich nu krachtig teweer dan zorgt u ervoor dat zij meer op voet van gelijkheid met u zullen omgaan.
ἡ βεβαίωσις, -εως |
bevestiging |
- τὸ βραχύ τι τοῦτο: 'dat kleine iets'
- οἷς: relatieve aansluiting, slaat terug op de Spartanen: 'aan wie als u zult toegeven' > als u (op dit punt) aan hen zult toegeven
- ὡς φόβῳ ὑπακούσαντες: een participium voorafgegaan door ὡς is subjectief causaal: 'omdat u volgens hen uit angst hebt toegegeven'
- σαφὲς ἂν καταστήσαιτε: 'dan zou u duidelijk vastleggen'