Oorlogsrede

144.4

οἱ γοῦν πατέρες ἡμῶν ὑποστάντες Μήδους καὶ οὐκ ἀπὸ τοσῶνδε ὁρμώμενοι, ἀλλὰ καὶ τὰ ὑπάρχοντα ἐκλιπόντες, γνώμῃ τε πλέονι ἢ τύχῃ καὶ τόλμῃ μείζονι ἢ δυνάμει τόν τε βάρβαρον ἀπεώσαντο καὶ ἐς τάδε προήγαγον αὐτά. ὧν οὐ χρὴ λείπεσθαι, ἀλλὰ τούς τε ἐχθροὺς παντὶ τρόπῳ ἀμύνεσθαι καὶ τοῖς ἐπιγιγνομένοις πειρᾶσθαι αὐτὰ μὴ ἐλάσσω παραδοῦναι.

Vertaling

Onze vaders hebben de Perzen weerstaan en zij hadden minder dan wij nu; maar zij lieten zelfs wat ze hadden in de steek en meer door hun inzicht dan door het toeval en met meer moed dan manschappen hebben ze de barbaren afgeslagen en hun rijk tot de huidige omvang uitgebreid. We mogen hen niet teleurstellen maar we moeten de vijand met alle middelen bestrijden en proberen ons rijk niet kleiner door te geven aan de komende generaties.” 

ὑφίσταμαι
τὰ ὑπάρχοντα
ἐπιγίγνομαι

weerstand bieden aan
wat ter beschikking staat
later geboren worden

-