Oorlogsrede

142.5-6

πλέον γὰρ ἡμεῖς ἔχομεν τοῦ κατὰ γῆν ἐκ τοῦ ναυτικοῦ ἐμπειρίας ἢ ἐκεῖνοι ἐκ τοῦ κατ' ἤπειρον ἐς τὰ ναυτικά. (6) τὸ δὲ τῆς θαλάσσης ἐπιστήμονας γενέσθαι οὐ ῥᾳδίως αὐτοῖς προσγενήσεται. 

Vertaling

Want wij hebben meer ervaring in gevechten op het land als uitvloeisel van onze vlootacties dan zij in zeegevechten op grond van hun gevechten op het land. (6) En wat betreft het tweede, het krijgen van ervaring op zee, het zal hun niet gemakkelijk vallen om die ook nog op te doen. 

ἡ ἐμπειρία
ἡ ἤπειρος
ἐπιστήμων, -ονος

ervaring
het vasteland
kundig, ervaren

  • πλέον ἐμπειρίας: 'meer ervaring'
  • τοῦ κατὰ γῆν (nl. πολέμου): afhankelijk van ἐμπειρίας; '(ervaring) in de oorlog op land'
  • ἢ ἐκεῖνοι... ἐς τὰ ναυτικά: denk hierbij ἐμπειρίαν ἔχουσιν
  • ἐκ τοῦ κατ' ἤπειρον (nl. πολέμου): 'op grond van hun oorlogvoering op land'
  • ἐς τὰ ναυτικά: 'voor het zeewezen'
  • τὸ δὲ: pakt τὴν μὲν uit 142.3 op (> en wat betreft het tweede)
  • τὸ τῆς θαλάσσης ἐπιστήμονας γενέσθαι: gesubstantiveerde AcI: 'dat er kennis over de zee ontstaat' > het krijgen van ervaring op zee; onderwerp van προσγενήσεται