Oorlogsrede

140.3-4

Ποτειδαίας τε γὰρ ἀπανίστασθαι κελεύουσι καὶ Αἴγιναν αὐτόνομον ἀφιέναι καὶ τὸ Μεγαρέων ψήφισμα καθαιρεῖν· οἱ δὲ τελευταῖοι οἵδε ἥκοντες καὶ τοὺς Ἕλληνας προαγορεύουσιν αὐτονόμους ἀφιέναι. (4) ὑμῶν δὲ μηδεὶς νομίσῃ περὶ βραχέος ἂν πολεμεῖν, εἰ τὸ Μεγαρέων ψήφισμα μὴ καθέλοιμεν, ὅπερ μάλιστα προύχονται, εἰ καθαιρεθείη, μὴ ἂν γίγνεσθαι τὸν πόλεμον, μηδὲ ἐν ὑμῖν αὐτοῖς αἰτίαν ὑπολίπησθε ὡς διὰ μικρὸν ἐπολεμήσατε. 

Vertaling

Ze sporen ons aan ons terug te trekken uit Potidaea en Aegina tot een zelfstandige staat te maken en het Megarische decreet ongedaan te maken. Hun laatste gezantschap dringt er zelfs op aan alle Grieken hun zelfstandigheid terug te geven. (4) Niemand van u mag denken dat we om een kleinigheid ten oorlog gaan als we het Megarisch decreet onaangetast laten, dat decreet waarvan ze in alle toonaarden beweren dat er helemaal geen oorlog zou uitbreken als dat nu maar vernietigd zou worden, en laat het niet aan uw eigen geweten knagen dat u ten oorlog zou zijn gegaan om iets kleins.

αὐτόνομος
προύχονται (van πρό-εχω)

zelfstandig, autonoom
voorhouden

  • αὐτόνομον ἀφιέναι: letterlijk 'zelfstandig te laten gaan'
  • οἱ: lidwoord bij ἥκοντες, τελευταῖοι is praedicatief: 'deze als laatste gekomenen'
  • μηδεὶς νομίσῃ ἂν πολεμεῖν: NcI: 'niemand mag denken dat hij zou vechten'
  • ἂν πολεμεῖν: een infinitivus potentialis
  • ὅπερ: onderwerp van καθαιρεθείη 'dat, als het ongedaan gemaakt zou worden'
  • μάλιστα προύχονται: 'ze vooral pretenderen' > ze in alle toonaarden beweren
  • ἂν γίγνεσθαι: een infinitivus potentialis
  • μηδὲ ἐν ὑμῖν αὐτοῖς αἰτίαν ὑπολίπησθε: 'laat niet bij uzelf het verwijt achter' > laat het niet aan uw eigen geweten knagen
  • ὑπολίπησθε: transitief (indirect reflexief)