Oorlogsrede

142.8

πρὸς μὲν γὰρ ὀλίγας ἐφορμούσας κἂν διακινδυνεύσειαν πλήθει τὴν ἀμαθίαν θρασύνοντες, πολλαῖς δὲ εἰργόμενοι ἡσυχάσουσι καὶ ἐν τῷ μὴ μελετῶντι ἀξυνετώτεροι ἔσονται καὶ δι' αὐτὸ καὶ ὀκνηρότεροι. 

Vertaling

Ze zouden de strijd wel aangaan als ze door een paar schepen werden geblokkeerd, omdat ze dan hun onervarenheid camoufleren door hun overmacht, maar als ze door vele schepen worden gehinderd zullen ze wel uitkijken, en bij gebrek aan oefening zullen ze minder begrip hebben en daardoor worden ze dan nog aarzelender.

θρασύνω
ἡ ἀμαθία
ἀσύνετος
ὀκνηρός

dapper maken
dwaasheid
dom
aarzelend, timide

  • ὀλίγας: nl. ναῦς
  • κἂν = καὶ ἂν
  • πλήθει τὴν ἀμαθίαν θρασύνοντες: letterlijk 'met hun grote aantal hun onwetendheid moed verlenend'
  • πολλαῖς: nl. ναυσί
  • τὸ μὴ μελετῶν: 'het niet oefenende' > het gebrek aan oefening