Oorlogsrede

141.4

καὶ οἱ τοιοῦτοι οὔτε ναῦς πληροῦντες οὔτε πεζὰς στρατιὰς πολλάκις ἐκπέμπειν δύνανται, ἀπὸ τῶν ἰδίων τε ἅμα ἀπόντες καὶ ἀπὸ τῶν αὑτῶν δαπανῶντες καὶ προσέτι καὶ θαλάσσης εἰργόμενοι· 

Vertaling

Mensen in die condities kunnen geen schepen bemannen of veelvuldige infanteriecharges uitvoeren omdat ze dan weg zijn van hun boerderijen en alles uit hun eigen zak moeten betalen en bovendien hebben ze geen toegang tot de zee. 

πεζός
δαπανάω
εἴργω

te voet
betalen
weerhouden

  • πληροῦντες: sommigen lezen in plaats van dit participium de infinitivusvorm πληροῦν die dan op één lijn komt met ἐκπέμπειν;
  • τὰ ἴδια: 'hun eigendommen' > hun boerderijen
  • τῶν αὑτῶν: genitivus van τὰ αὑτῶν: 'het hunne' > hun bezit, hun eigen zaak
  • θαλάσσης εἰργόμενοι: 'omdat ze weggehouden worden van de zee'