Oorlogsrede

141.2-3

'Τὰ δὲ τοῦ πολέμου καὶ τῶν ἑκατέροις ὑπαρχόντων ὡς οὐκ ἀσθενέστερα ἕξομεν γνῶτε καθ' ἕκαστον ἀκούοντες. (3) αὐτουργοί τε γάρ εἰσι Πελοποννήσιοι καὶ οὔτε ἰδίᾳ οὔτ' ἐν κοινῷ χρήματά ἐστιν αὐτοῖς, ἔπειτα χρονίων πολέμων καὶ διαποντίων ἄπειροι διὰ τὸ βραχέως αὐτοὶ ἐπ' ἀλλήλους ὑπὸ πενίας ἐπιφέρειν. 

Vertaling

Wat betreft de oorlog en de respectievelijke sterkte moet u weten dat we niet zwakker zullen zijn, als u punt voor punt naar mij luistert. De bewoners van de Peloponnesus zijn landbouwers en geld is er noch bij privé-personen noch in de staatskas. Verder zijn ze niet gewend aan lange of overzeese oorlogen omdat ze zelf alleen tot korte onderlinge strijd in staat zijn, vanwege hun armoede.

καθ' ἕκαστον
ὁ αὐτουργός
χρόνιος
διαπόντιος
ἐπιφέρω

punt voor punt
landbouwer
langdurig
overzees
opleggen

  • τὰ δὲ τοῦ πολέμου καὶ τῶν ἑκατέροις ὑπαρχόντων: accusativus van betrekking ('wat betreft...')
  • τοῦ πολέμου: definiërende genitivus
  • τὰ ὑπάρχοντα: 'de dingen die ter beschikking staan'; met ἑκατέροις ('aan beiden') > de respectievelijke sterkte
  • ἀσθενέστερα: bijwoord
  • χρήματά ἐστιν αὐτοῖς: 'geld is er voor hen' (αὐτοῖς hier niet vertaald)
  • ἄπειροι: vul aan εἰσι
  • διὰ τὸ ἐπιφέρειν: gesubstantiveerde infinitivus: 'door het (oorlog) voeren' (ἐπιφέρειν: vul aan πολέμους)
  • βραχέως ἐπ' ἀλλήλους: 'kort tegen elkaar' > korte onderlinge