Staatsgraf: het Dèmosion Sèma
Aan het eind van de zesde eeuw v.Chr. vond er een verandering plaats in het begrafenislandschap van Athene. Begraafplaatsen, zoals de Kerameikos, werden voorheen gesierd door een veelvoud van individuele grafstenen met als voornaamste doel de status en afkomst van de overledene binnen de samenleving te benadrukken. Dit gebruik kwam echter bijna tot stilstand aan het begin van de vijfde eeuw v.Chr. Met de veranderingen van het politieke landschap in deze periode treden er veranderingen op in de visuele representatie van grafmonumenten. De opkomende democratie van Athene, en daarbij het groeiende gevoel van collectiviteit en eenheid binnen de polis, kwam tot uiting in de veranderende manier van omgaan met de dood, het herinneren van de doden en de wijze van het ondernemen van publieke begrafenissen en monumenten op het dèmosion sèma. De dèmosion sèma is het geheel aan zogenaamde polyandria, graven waarin een grote hoeveelheid mensen tegelijk is begraven.
De locatie van de begraafplaat, op de Kerameikos, was niet willekeurig. Al ver voor de klassieke periode vonden hier begrafenissen plaats. Dit gebied dankt zijn naam aan de pottenbakkers die hier hun werkplaatsen en winkels hadden. Hier werd niet alleen aardewerk gemaakt voor de huiselijke sfeer maar ook urnen om de as van de overledenen in te bewaren en grafgiften behoorden tot het aanbod. Benodigdheden voor begrafenissen en verering van de doden was hier binnen handbereik. Ieder jaar werd een publieke begrafenis gehouden voor de gevallen strijders van de stad. Deze belangrijke gebeurtenis werd vergezeld door een toespraak van een prominente politiek figuur uit Athene.
De beroemde grafrede van Pericles is hier het bekendste voorbeeld van, al was het alleen maar omdat die van zijn voorgangers niet zijn overgeleverd. Deze grafredes prezen de dapperheid van de gevallenen, en droegen daarmee tevens de normen en waarden van democratisch Athene uit. Kortweg, Athene was een stad met waarden om voor te sterven - zo stelt Pericles, niet zonder eigenbelang. Deze collectieve graven werden doorgaans gemarkeerd met enorme monumenten van marmer en gedecoreerd met reliëfs die scènes van strijdtonelen toonden. Op deze monumenten werden ook lijsten uitgehouwen met de namen van de gevallen strijders. Deze zogenaamde dodenlijsten [link] waren ingedeeld op phyle, ofwel wijk van afkomst in Athene, maar vertonen de Atheense eenheid door slechts de namen van de gevallenen te vermelden.
Het dèmosion sèma bevond zich, volgens auteurs als Cicero, Philostratos en Pausanias, net buiten de Dipylon Poort langs de weg vanaf de Agora, de centrale markt, naar de Akademie, een aan de godin van de wijsheid Athene gewijde plaats buiten de stadsmuren. De keuze voor deze route zal niet willekeurig zijn geweest. De weg naar de Academie was een brede weg, geschikt als publieke locatie, een gegeven dat werd onderstreept door de connectie met de Agora, het publieke centrum van de stad. Daarnaast bevonden zich hier weinig grafmonumenten van eerder datum vanwege een nieuwe wet die de omvang van nieuwe individuele grafstenen aan banden legde. Gesterkt door deze wet is het ook een van de voornaamste locaties van publieke begrafenissen. Deze stonden in scherp contrast met de uitbundige grafstenen van de elite uit voorgaande eeuwen die niet ver verwijderd lagen van het dèmosion sèma. Dit contrast tussen het aristocratische verleden van Athene en de opkomende democratie maakte dat de bezoekers van de publieke graven werden geconfronteerd met het verschil tussen de nieuwe en de oude waarden van de stad.
Literatuur: Goette 2009; Arrington 2010; Arrington 2015.