De Pest in Athene (klik hier voor de beschrijving van de pest door Thucydides)

Waar Thucydides in zijn 'Geschiedenis van de Peloponnesische Oorlog’ voornamelijk verhaalt hoe de Spartanen en hun bondgenoten Attica binnenvallen, komt Athene ook onder vuur te liggen door interne oorzaken. Niet onder Spartaans geweld maar met de verspreiding van de pest in de zomer van 430 v. Christus komt er een keer in de lange periode van voorspoed die Athene had gekend in de vijftig voorgaande jaren.

De passages waarin Thucydides verhaalt over de verspreiding van de pest bevat kennis over zowel het verloop van de epidemie in de stad als de impact die de pest had op de Atheense samenleving. Daarnaast geeft Thucydides, door veranderingen te benoemen tijdens de pestuitbraak in zijn werk indirect ook inzichten in de reguliere gang van zaken rondom begrafenisgebruiken in deze periode. Thucydides beschrijft de symptomen en het verdere verloop van de ziekte uitgebreid zijn werk (2.49). Historici en specialisten op medisch gebied hebben zich gebogen over de vraag welke ziekte hier wordt beschreven. De twee ziektes die het meest voor de hand leken te liggen waren de pokken en tyfus, later werd tyfus de heersende diagnose in het debat, maar recentelijk is dit idee bekritiseerd door een aantal medici. Een nieuwe diagnose dient zich vooralsnog niet aan. Hoe deze verwoestende ziekte het dagelijks leven van de Atheense bevolking heeft beïnvloed is vooral te lezen in 2.52: de voorheen zo gestructureerde en geritualiseerde begrafenisgebruiken werden door de vele sterfgevallen niet langer gehandhaafd. De inwoners van Athene werpen hun familie en vrienden wanhopig op brandstapels die bestemd waren voor anderen: 'Ook alle wetten die ze voorheen eerbiedigden bij begrafenissen werden door elkaar geschud, en ze begroeven zoals het ieder uitkwam.' (2.52.4)

            Het negeren van de conventies rondom begrafenissen is een teken van een ontregelde samenleving - een constatering die gemaakt kan worden wanneer het belang van deze conventies in deze periode in aanmerking wordt genomen. Begrafenissen waren niet enkel van belang voor de levenden om hun verdriet te verwerken of als een manier om status te tonen, maar werden ook van belang geacht voor de doden. De rituelen rondom begrafenissen waren bedoeld om de overleden goed in het hiernamaals terecht te laten komen. Dat deze rituelen en conventies werden genegeerd, geeft aan dat Athene in deze periode hevig ontwricht was als gevolg van de omvang van de epidemie en de vele slachtoffers die deze opeiste - tegelijk vormt de episode een scherp contrast met de zo klassiek vormgegeven redevoering van Pericles even daarvoor in het tweede boek.

            In 2001 werd er tijdens werkzaamheden aan de metrolijn een massagraf gevonden op de Kerameikos. Het graf is gedateerd rond 430 v. Chr., een jaartal dat naadloos aansluit op de periode waarin de pest woedde in Athene. Opvallend aan het graf is dat de doden in slechts twee dagen zijn begraven. In tegenstelling tot andere publieke graven is het graf chaotisch en willekeurig in samenstelling. Grafgiften zijn er relatief weinig en zeer eenvoudig van aard. Dit alles staat in sterk contrast met de goed georganiseerde gedeelde graven van de gevallenen uit de oorlogen uit voorgaande en komende jaren.

            De pest had Athene in haar greep slechts één jaar na de dramatische Peloponnesische Oorlog waar Perikles zijn grafrede over houdt in de voorgaande passage. Klaarblijkelijk was de pest van een dusdanige ernst dat de gevolgen voor de samenleving drastischer waren dan die van de oorlog. Dit contrast tussen de heersende rede en matigheid ten tijde van de rede van Perikles en de chaos en wetteloosheid ten tijde van de pest worden sterk benadrukt door Thucydides. Het spiegelen van deze twee uitersten is zeer zeker geen toeval geweest maar een bewuste keuze van Thucydides om zijn oordeel over het morele verval van de Atheense samenleving in deze periode te schetsen en wellicht te verklaren. (RvG)

Literatuur: Hollady 1979; Nielsen 1996; Littman 2009