Lijst van gevallenen
Om de gevallenen van de oorlogen van Athene collectief te herdenken, en bovenal te eren, werden zij op prominente wijze in de dèmosion sèma herdacht. Op grote stukken marmer werden de namen van de Atheense gevallenen gegraveerd. Ieder jaar werden aan het eind van de wintermaanden deze lijsten opgetekend. Traditiegetrouw, en beïnvloed door de natuurelementen, werden militaire campagnes daarom dan ook in de zomermaanden gevoerd. Door het gezamenlijk optreden dat de Atheense polis kenmerkt (zowel op militair als politiek gebied), werden de strijders die in hetzelfde jaar vielen tezamen geëerd. Buiten een individuele herdenking door familie en vrienden was er ook een jaarlijkse rouwprocessie waarin de as van de overledenen van de stad naar de dèmosion sèma werd gebracht. De stad nam afscheid van haar helden en benadrukt tevens haar saamhorigheid en identiteit als stad van het volk.
Over het algemeen worden vaste formules gebruikt in de inscripties op collectieve grafmonumenten. Bovenaan staat een formulering die neerkomt op ‘Deze mannen zijn gevallen’. Soms vermeldt de inscriptie dat het hier Atheners betreft, waarna er een lijst met veldtochten volgt die verhalen waar de gesneuvelde Atheense hoplieten (lichtgewapende voetsoldaten) op de lijst actief zijn geweest. Hierop volgde een lijst met de namen van de gevallenen zonder patronimicon - ofwel vermelding van afkomst door de vaders naam. Deze werden georganiseerd aan de hand van de tien fylae van Athene. Een fyle is een lokale ‘clan’ waartoe men behoorde als burger in een oud-Griekse polis. Deze stamverbanden steunden op regionale districten, ofwel demen (zie hoofdstuk: 'de werking van de democratie'), die de grondslag voor de indeling van het leger vormen. Deze indeling is duidelijk waar te nemen in de collectieve grafmonumenten van de polis.
Het gebruik van deze regionale districten in inscripties geeft mogelijkheden voor een datering. De Atheense staatsman en grondlegger van de Atheense democratie Kleisthenes (ca. 570 v.Chr. - 507 v.Chr.) voert hervormingen door waarbij de fyle wordt geïntroduceerd. Hierdoor weten we dat het gebruik van het eren van gevallenen door collectieve grafmonumenten pas zijn intrede deed na deze hervormingen. Dit zorgt voor uniformiteit en versterkt de samenhorigheid in de polis. Individuen worden wel herdacht maar het offer gebracht door de Atheners als collectief stond centraal. Men nam afscheid waarna de gevallene een onderdeel van het collectief van de polis zou worden.
Het belang van deze collectieve grafmonumenten werd benadrukt door de prominente plek die deze in het begrafenislandschap van Athene innamen. Veel van deze collectieve grafmonumenten zijn ontworpen om de aandacht naar zich toe te trekken en te vinden op aan drukbezochte locaties. Daarom waren vele van hen geïnscribeerd op stelai die maar liefst twee meter in hoogte waren en boven de bezoeker uittorenden. Buiten hun hoogte waren deze grafmonumenten daarnaast ook omvangrijk. Het behoeft geen twijfel dat dit een imposant grafmonument opleverde van monumentaal formaat. Dit staat in sterk contrast met de kleinere, en bovenal eenvoudigere, privé monumenten uit de Klassieke Periode. Het is daarom aanneembaar dat de lijsten van gevallenen het focuspunt moeten zijn geweest van de Kerameikos. Als de privé monumenten na de Peloponnesische Oorlog uitbundiger van aard worden zien we tevens dat collectieve grafmonumenten hun prominentie behouden doordat op grootse wijze reliëfs en friezen worden toegevoegd aan de collectieve grafmonumenten. Het collectieve grafmonument blijft het oog trekken.
Hoewel deze monumentale collectieve grafstenen gemaakt werden om gezien te worden door de eigen bevolking en de bezoekers van de stad is het van groot belang om te realiseren dat deze tevens een verlies voor de polis markeerde. Ieder jaar wanneer een collectief grafmonument werd opgericht betekende dit dat er mannen gesneuveld waren in de strijd of, in het ergste geval, zelfs dat een veldslag was verloren. Ongeacht winst of verlies waren deze collectieve grafmonumenten vooral gebouwd om te herdenken. En zelfs in het geval van verlies toont Athene ook haar standvastigheid en vastberadenheid dat na elke strijd, gewonnen of verloren, toch nog overeind stond. Deze spanning tussen overwinningen en het verlies is ook terug te zien in de iconografie van de reliëfs die vanaf 420 na Christus die enkele van de monumentale lijsten sierden. Deze reliëfs lieten een onbesliste strijd zien, noch overwinning noch verlies, de nadruk ligt op de strijd (agon) zelf. [RvG]
Gebruikte literatuur:
Arrington, N.T., ‘Inscribing Defeat: The Commemorative Dynamics of the Athenian Casual Lists’ Classical Antiquity 30/2 (2011) 179-212.
Arrington, N.T., Ashes, Images, and Memories: The Presence of the War Dead in Fifth-Century Athens (Oxford, 2015).