Athene: Pericles’ democratie
De democratie (lett.: regering van het volk) bestond al voordat Pericles ten tonele verscheen. De democratie was al in de eerste helft van de vijfde eeuw v. Chr. tot stand gekomen en werd daarna nog door verschillende mensen hervormd. In het midden van de vijfde eeuw probeerde Athene de staatsvorm democratie ook op te leggen aan geallieerde staten van de Delisch-Attische Zeebond.
Ook al betekent democratie dat de macht bij het volk ligt, toch is dit in het Athene van Pericles niet helemaal het geval. Een door Pericles uitgevaardigde wet over burgerschap vereiste dat een staatsburger zowel een Atheense moeder als Atheense vader had, waarschijnlijk met de bedoeling de kwaliteit van de democratie te kunnen waarborgen en om te zorgen dat de voordelen die erbij hoorden alleen toekwamen aan de echte Atheense burgers. Van deze burgers werd een hoge mate van participatie verwacht, onder andere bij het maken van beslissingen, bijgestaan door de Raad van Vijfhonderd (die ieder jaar van leden veranderde), bij het jureren van rechtszaken en bij het besturen van de stad. Daarbij kwam dat veel rechtszaken van de geallieerde en democratisch geworden staten werden behandeld in Athene. Atheense burgers moeten in hoge mate hebben bijgedragen aan de democratie, anders was de uitvoering daarvan niet mogelijk geweest. Pericles zegt dan ook in zijn lijkrede dat de mensen die niet deel nemen aan de openbare zaken, maar alleen aandacht besteden aan hun privézaken, nutteloos zijn (Thuc. 2.40.2).
Als van iedere burger wordt verwacht dat hij actief deelneemt aan de staatszaken, brengt dit dan geen economische problemen met zich mee? Immers, bij rechtszaken moesten er vaak meer dan duizend juryleden aanwezig zijn. Het antwoord is nee, want zoals er in de wet was vastgesteld: het gaat alleen om burgers. Er waren genoeg niet-burgers die zich bezighielden met het bewerken van land en andere economische bezigheden. Voor rijke burgers was vaak geen probleem om deel te nemen aan het openbare leven, omdat zij slaven bezaten. Voor arme burgers was het in het begin moeilijk om mee te doen in de democratische instituties, maar rond 450 kwamen er kleine vergoedingen voor het uitvoeren van de juryplicht en later, in 390, ook voor het deelnemen aan de Raad. Een andere bron van inkomsten was de Delisch-Attische Zeebond. In 454 werd de schatkamer verplaatst van Delos naar Athene. Rond 440 betaalden de leden hoofdzakelijk geld in plaats van dat ze schepen bijdroegen aan de Bond. Doordat Athene zo de kosten voor schepen en een leger kon betalen, bleef er genoeg geld over voor het stimuleren en op peil houden van de economie en het uitbetalen van vergoedingen.
Wat is nu de rol is geweest van Pericles in de democratie van Athene? Pericles werd tussen 460 en 445 jaar in, jaar uit gekozen als strateeg, maar dit betekende niet dat hij de alleenheerschappij had. Hij was één van de tien strategen, die officieel evenveel macht hadden. Om een beslissing naar zijn hand te zetten moest hij de volksvergadering overtuigen van zijn ideeën, een vaardigheid die hij meer dan wie ook beheerste. In de jaren dat hij generaal was, was hij een van de invloedrijkste personen en werden de meeste van zijn voorstellen aangenomen. Hij was onder andere degene die de vervolging van Kimon (die niet voor de democratie was) initiëerde. Hij was ook degene die verantwoordelijk was voor het invoeren van de vergoedingen voor de juryplicht en de wet over de specificatie van het burgerschap. Hij was een belangrijk strateeg in vele slagen en een expeditieleider bij de kolonisatie van nieuwe gebieden. Hoewel Athene strikt genomen niet onder leiding stond van Pericles, is het toch juist om te zeggen dat Athene in die tijd Pericles’ beleid volgde. (JH)
literatuur Raaflaub 2006; Rhodes 2009